Het kabinet heeft deze week besloten dat kinderen op de basisschool, jongeren en topsporters – onder bepaalde condities – weer mogen sporten. De jongeren moeten tijdens het sporten nog 1,5 meter afstand houden, en het ziet ernaar uit dat de sportsamenleving zich moet gaan voorbereiden op sporten met afstand tot elkaar. Maar hoe ziet sporten eruit in een anderhalvemetersamenleving? Hoe sporten we in een sport samenleving 2.0?
Sporten is juist nu de sleutel
De sport ligt sinds eind maart stil in Nederland. Sportclubs moesten hun deuren sluiten, wedstrijden werden afgelast en mensen moeten vanuit huis hun conditie op peil houden. Het sluiten van alle sportaccommodaties heeft echter gevolgen voor de gezondheid van de samenleving. Sport draagt namelijk bij aan een goed afweersysteem, wat juist belangrijk is in strijd tegen het coronavirus.
Wetenschappers Onno van Schayk en Maartje Willebroordse deden vorige week een oproep om in deze periode juist te blijven bewegen. “Want stilzitten is funest voor het afweersysteem dat we nu zo hard nodig hebben. Het advies zou dus moeten zijn om, als mensen geen symptomen hebben, ze op een intelligente manier te laten sporten.” Sterker: door het feit dat mensen weinig bewegen en niet naar de huisarts durven, ontstaat er juist een grote hoeveelheid gezondheidsproblemen.
Niet meer omkleden en douchen in de sportschool
De sportsector is door het kabinet al gevraagd om na te denken over het sporten in een anderhalvemetersamenleving. Het indienen van een protocol waarin wordt beschreven hoe bedrijven binnen een sector weer in bedrijf kunnen gaan binnen de ‘anderhalvemetereconomie’ is zelfs een voorwaarde om weer open te kunnen zodra dat zou mogen, zo zei minister Wiebes van Economische Zaken.
De brancheorganisatie van sportscholen – NL Actief – diende al een concept-protocol in. Op basis van dit protocol zouden leden een tijdslot moeten reserveren om te sporten in de sportschool. Verder moet worden gemonitord dat het maximaal aantal bezoekers niet overschreden wordt (bijvoorbeeld met pasjes), en blijven kleedruimtes en douches dicht. De anderhalve meter is cruciaal in de trainingsruimte, waar op vakken wordt gemarkeerd hoeveel afstand gehouden moet worden gehouden.
Slipstream niet bewezen, basishygiëne wél belangrijk
De vraag die ook wordt opgeroepen: is die anderhalve meter wel voldoende wanneer er gesport wordt? Een hoogleraar aerodynamica stelde dat doordat sporters (die bijvoorbeeld fietsen of hardlopen) een slipstream ontwikkelen – een luchtstroom die de lucht meetrekt – ze makkelijker mensen kunnen besmetten wanneer die achter hen lopen. Een afstand van anderhalve meter zou daarbij niet afdoende zijn.
Echter, er is nog geen officieel onderzoek dat deze beweringen bewijst. Veel meer zouden sporters moeten letten op hun basishygiëne, zoals sporters die tijdens het sporten hun speeksel uitspuwen of hun neus leegmaken. “Dat was gisteren onhygiënisch, dat is vandaag onhygiënisch en onverantwoord, en dat gaat morgen nog altijd onhygiënisch zijn”, aldus viroloog Marc van Ranst. Het gebruik van een papieren zakdoekje is hier de oplossing.
Voetballen met mondkapjes?
Tot slot houdt de sport zich ook nadrukkelijk bezig op welke manier sportwedstrijden georganiseerd kunnen worden met het in acht nemen van de anderhalve meter afstand. Bezoekers kun je nog op afstand van elkaar placeren, maar hoe kun je nu sporten in wedstrijdverband zonder dat je een duel aan mag gaan? In België werd al de suggestie gedaan om met mondkapjes te gaan voetballen.
In aflevering 13 van De Sportmarketing Podcast praten we met het KNKV, NL Actief en de NGF over de sportsamenleving 2.0. Kinderen tot 12 jaar en jongeren mogen nu al sporten, maar hoe ziet dat eruit in de praktijk? En kunnen we straks nog ‘normaal’ naar een sportwedstrijd toe?
De Sportmarketing Podcast #13 staat op 29 april online. ? Wil je de nieuwste aflevering van De Sportmarketing Podcast als eerste in je mailbox krijgen? Schrijf je dan in voor de nieuwsbrief!
